Op 10 november j.l. heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer gemeld dat er zicht is op voortzetting van derogatie na 2017 en dat daarom binnenkort gestart wordt met de invoering van het stelsel van fosfaatrechten per 1 januari 2018. Dit stelsel moet ervoor zorgen dat de fosfaatproductie van het melkvee onder het fosfaatplafond wordt gebracht, waarmee aan een belangrijke derogatievoorwaarde wordt voldaan.
Aangezien het de wetgever (vooralsnog) niet lukt om onderscheid te maken tussen vrouwelijk jongvee van melkvee en vrouwelijk jongvee van vleesvee, zal het vrouwelijk jongvee van vleesvee (dus niet de zoogkoeien, die gekalfd hebben) ook onder het stelsel van fosfaatrechten vallen. Dit is enkele maanden geleden nog weer eens bevestigd door de toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken.
Bedrijven krijgen fosfaatrechten toegekend op basis van de forfaitaire fosfaatproductie van het op 2 juli 2015 op het bedrijf aanwezige vrouwelijk jongvee (registratie volgens I&R). Wanneer op dat moment vrouwelijk jongvee was uitgeschaard, worden de rechten van deze dieren toegekend aan de inschaarder. Niet-grondgebonden bedrijven worden bij de toekenning met 8,3% gekort, volledig grondgebonden bedrijven worden niet gekort.
Voor vleesveebedrijven met vrouwelijk jongvee is het daarom raadzaam tijdig een planning te maken voor het te houden vee in 2018. Allereerst door na te gaan hoeveel rechten men toebedeeld zal krijgen en vervolgens door te berekenen hoeveel dieren men op jaarbasis kan gaan houden binnen deze rechten. Voor jongvee tot 1 jaar geldt daarbij een fosfaatproductie van 9,6 kg per dier per jaar, voor jongvee ouder dan 1 jaar (nog niet gekalfd) een productie van 21,9 kg fosfaat per dier per jaar.
Wanneer meer runderen worden gehouden dan toegestaan op basis van de toegekende fosfaatrechten, is er sprake van een economisch delict. Dit kan leiden tot een forse boete.
Puur hobbymatige houders van runderen, niet zijnde een bedrijf, zijn vrijgesteld tot 100 kg fosfaat. Er is echter al snel sprake van een bedrijf, waardoor men geen gebruik kan maken van deze vrijstelling. Heeft men grond en een (schuil)stal in gebruik en verkoopt men weleens een dier, dan is er zeer waarschijnlijk sprake van een bedrijf, ongeacht of men ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel en de fiscale status.
Fosfaatrechten zijn verhandelbaar, maar bij elke transactie wordt er 10% afgeroomd. De prijzen van de rechten zullen echter dermate hoog worden, dat aankoop van rechten door vleesveebedrijven niet lonend is.
|